Nieuwe temmers gezocht voor Gaellemuniger kroegtijgers

“Schippers is verkocht.” Het is zo’n gerucht wat misschien al wel een jaar of twintig rondzingt. Ik weet althans niet beter. Van de meest logische en voor de hand liggende namen, tot combinaties waarvan mijn wenkbrauwen gingen fronsen. Uiteindelijk bleek het altijd kwats. 

Tot nu dan. Want wanneer het Funda staat, dan zal er toch wel een kern van waarheid inzitten lijkt me. Althans, dat het te koop staat dan. En het is zo gek om de kroeg waar je zoveel uren van je leven hebt doorgebracht, opeens te koop op Funda te zien staan. Alsof je bent uitgenodigd op de bruiloft van je eigen partner met een andere man/vrouw, terwijl je zelf nog met hem/haar getrouwd bent.  

Het klinkt ontzettend cliché, maar bij het zien van de foto’s werd ik weemoedig. Gek genoeg is er in de twintig jaar dat ik er kom, qua kroeg praktisch niks veranderd. Voor mijn gevoel is de loop der tijd alleen ‘de schaapskooi/hoekbank’ verwijderd, verder is alles nog wel zo’n beetje hetzelfde. Het publiek is dat wel. Van knaapjes die op hun vijftiende de kroeg binnenliepen en een colaatje bestelden aan de bar, tot vaders waarvan de haardos is uitgedund maar de buikomvang is gegroeid. En wanneer ik er nu sporadisch kom, dan ken ik de jeugd van nu niet meer. 

Zo’n kroeg die iedereen wel heeft, dat is Schippers voor mij. Waar je als puber naast school het leven leert kennen. Waar je de eerste stappen in het werkende leven zet. Waar scharrels uitgroeien tot relaties, waar relaties uitlopen in huwelijken. Of uitmonden in liefdesverdriet. Waar kennissen uitgroeien tot vrienden en waar de verhalen aan de bar per minuut sterker lijken te worden. Waar Herman en Alie naast uitbaters, ook fungeerden als psychologen. En wanneer moeder de vrouw weer eens woedend naar de kroeg belde om te vragen waar haar man bleef, dan was deze volgens Herman en Alie altijd toevallig net vertrokken. “Oen vrouwe belde, ie mun thuuskooom.” Waarna het bier in een moordend tempo werd weggetikt, op weg naar hun vrouw. Die waarschijnlijk bij de deur al met een deegroller staat te wachten. Waar overwinningen van het Nederlands Elftal nog wel eens werden gevierd met een duik in de binnenhaven. En waar een broodje Schippers de beste bodem voor een avondje doorhalen is. 

Ik heb geen idee wie of wat het pand gaat kopen, laat staan wat er mee gaat gebeuren. Persoonlijk hoop ik dat het gewoon een café blijft, zodat de stamgasten van later er net zulke mooie herinneringen kunnen maken als wij dat hebben gedaan. 


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.