Angst- en paniekstoornissen van Nicks (Deel 1)

Na de reeks ‘Depressie van Nicks’, starten we nu met het gedeelte ‘Paniekaanvallen van Nicks.’ (Mocht je hier zelf ook last van hebben: alles kump goed, echt)

Er hangt altijd een zweem van mysterie om therapie heen. Het beeld dat mensen hebben over therapie, komt vaak uit series zoals ‘Gooische Vrouwen’, waarin ze iemand in een sfeervolle ruimte met een drankje op een comfortabele bank zien liggen.

De realiteit in de reguliere GGZ is (helaas) een stuk killer. Huis-tuin-en-keuken stoelen in een deprimerend hok met een treurig systeemplafond, ‘hard’ licht en slappe automatenkoffie in een kartonnen bekertje maken het vaak niet de meest gezellige ambiance. Daarnaast hoef je ook niet compleet gek te zijn om gebruik te maken van therapie, iets wat ook nog weleens wordt gedacht. De schaamte die naar voren komt wanneer je therapie volgt maakt het vaak voor jezelf een stuk lastiger merk ik om me heen. Met een gebroken been ga je immers ook naar de gipskamer van het ziekenhuis. De GGZ is als het ware de gipskamer voor je mentale gesteldheid. 

Je hoort weleens van mensen dat ‘de grond onder hun voeten vandaan slaat.’ Nu snap ik wat ze bedoelen. Het was hemelvaart, ik zat op de bank en keek voetbal (Nee, geen Ajax. Daar kwam het niet door) en opeens begon alles om me heen te draaien. Het zweet liep in straaltjes over mijn hele lichaam, ik kreeg hartkloppingen, mijn handen begonnen te beven en een stem in mijn hoofd schreeuwde dat ik doodging. In een opwelling probeerde ik naar buiten te vluchten, maar bij elke stap die ik probeerde te zetten had ik het idee dat ik om zou vallen. Moedeloos liet ik mezelf weer op de bank zakken. Je hebt het idee dat je ‘gek’ wordt, letterlijk. Ik keek in de spiegel en zag een lijkbleke variatie op Nick Hoekman. Het bleek een vrij pittige angst- en paniekaanval. Ik kan je verklappen dat dit het meest angstaanjagende is wat ik ooit heb meegemaakt.

Dat dit niet goed was, had ik zelf ook wel door. Dus besloot ik maar gewoon eens aan de bel te trekken. Al doende leert men, zullen we maar zeggen. Een niet verwerkt auto-ongeluk blijkt aan de basis te staan van dit euvel. Ook meteen een verklaring waarom ik deze aanvallen óók kreeg tijdens het autorijden. (Mocht je ooit achter mij hebben gereden en denken: ‘Hoekman, je mag hier 80, geen 65. Trapt dat gaspedaal ies in.’ Dan was het om die reden.)
Dus, dan ga je tijdens therapie weer terug naar het moment van toen.

Je moet het zien als een gebroken arm, die uiteindelijk niet goed is aangegroeid. Wat gaan ze dan doen? Ze breken die arm jaren later opnieuw, zodat het nu wél juist aan kan groeien. Zo werkt deze vorm van therapie ook: de pleister die deze etterende trauma-wond bij elkaar hield wordt rücksichtslos losgetrokken om er uiteindelijk een beter resultaat aan over te houden. 

Of dat leuk is? Nee, het is vrij pittig. Elke nacht lig ik in mijn nachtmerries weer ondersteboven in dat autowrak. Maar het is voor een goed doel: een leven zonder angst- en paniekaanvallen. (Samen met mijn nieuwe vriend-in-pilvorm Citalopram)

Althans, dat hopen we dan maar. 

 


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.