Ik zal wel niet de enige zijn, maar ik heb last van fantoombiestemerk. Het is er niet, maar toch voelt mijn lichaam dat het er zou moeten zijn. Mensen met fantoompijn hebben pijn in ledematen die geamputeerd zijn. Ik heb fantoomdorst, fantoomkaters en fantoompijn in mijn schenen, omdat ik nu voor het eerst in jaren dankzij mijn onhandige motoriek geen blauwe schenen in de zweefmolen heb opgelopen. En ik hoor de bel van de zweefmolen de hele tijd in mijn hoofd, en wanneer ik de bel niet hoor, dan wel het ‘Opgepast, voor de start, toet-toet’ van de botsauto’s.
Het is er niet, maar ik denk er bijna elk moment van de dag aan. Het begon vrijdag al. ‘Normaal zou ik nu niet op de kermis zijn, want dat doe ik sinds mijn negentiende al niet meer.’ Tot zover klopte het, want ik was vrijdag ook niet op de kermis. Vanaf vanavond (zaterdagavond) ging het mis. ‘Normaal zou ik nu in de kroegen omringd worden door glazen half dood bier of volle glazen tot leven gewekt half dood bier en honderden Gaellemunigers tussen de 18 en 45+.’ Maar ik zat op de bank, omringd door een kop thee. Te kijken naar ‘Ik Hou Van Holland.’
Ik herhaalde het langzaam in mijn hoofd: ‘Ik Hou Van Holland.’ Daarna zag ik Linda de Mol in beeld, die overdreven begon te lachen om elk grapje van Jeroen van Koningsbrugge. Ik begon langzaam te huilen. Ik wilde niet dat Linda de Mol mijn uitzicht op deze zaterdagavond zou zijn, Alie van Schippers had mijn uitzicht moeten zijn. Ik hou niet van Holland. Ik hou van Genemuiden. Ik hou van de Biestemerk. Ik startte Spotify op, zette ‘Der alte Dessauer’ op repeat, pakte twee pilsjes uit de koelkast, plofte verdrietig op de bank en ging via de tig Gaellemuniger nieuwssites die we rijk zijn foto’s bekijken van voorgaande edities. Waarin ik mensen zag die er toen beter uitzagen dan nu. En mensen die er nu beter uitzien dan toen. Ik werd weer even verliefd op mijn heimelijke liefde toen ik zestien was, daarna zag ik een foto van haar van de afgelopen Biestemerk en besefte me dat het achteraf toch niet zo’n ramp bleek dat we niet in een van die steegjes achter de Krulle terecht zijn gekomen. Waarschijnlijk zal ze nu ook denken dat het toch een verstandige beslissing is geweest om destijds net te doen of ze mijn overdreven knipoogjes niet heeft gezien.
Dankzij die oude foto’s is het missen nu al zo hevig, en dan moeten de maandag en dinsdag nog komen. (Wordt vervolgd, denk ik)