Hoi. Ik ben Nick, en ik heb een depressie. De kans dat iemand in je omgeving dit ook heeft, is redelijk aanwezig. Een op de vier mensen krijgt — vroeg of laat — te maken met psychische klachten. Om te bewijzen dat dit klopt: Wij zijn thuis met vier personen: Vader, moeder, Nick en zusje. Ik heb een depressie, dus een op de vier personen klopt precies.
Alhoewel er veel mensen mee te maken krijgen, zijn er veel vraagtekens en onbekende zones omtrent depressies e.d. Daarom neem ik jullie vanaf vandaag zo nu en dan even op sleeptouw door de spoedcursus ‘depressie voor dummies’. Let wel: dit zijn mijn bevindingen, het is dus heel goed mogelijk dat mensen die ook psychische klachten hebben, zich niet in dit verhaal kunnen vinden. Hiervoor dan mijn excuses.
De grote vraag blijft altijd: ‘Hoe gaat het met je?’. Wat ook meteen een goede vraag is. Heel vaak heb ik eigenlijk geen idee hoe het gaat, ik heb namelijk geen idee (meer) hoe het is zonder depressie. Je kunt in een depressie raken door bepaalde gebeurtenissen, een scheiding, het overlijden van dierbaren, het verliezen van een baan, noem het maar op. Je kunt ook gewoon, net als mij, de domme pech hebben dat je hoofd te weinig Serotonine produceert. Dit stofje in je hoofd staat beter bekend als het ‘geluksstofje’. Alhoewel het te kort vaak kan worden aangevuld door middel van Antidepressiva, is dit bij sommige mensen niet genoeg om van hun klachten te komen. Hetgeen, jawel, ook bij mij in het pakket zit. Dat geluk heb ik weer.
Het grootste nadeel aan psychische klachten is, naast het persoonlijke leed, dat je ze niet ziet. Hierdoor wordt er door mensen nog wel eens gedacht dat ze überhaupt niet bestaan. Immers, hoe kan iemand ziek zijn, maar wel gewoon een rondje fietsen? En daar zit nou net de valkuil: wij als patiënten krijgen de opdracht van onze behandelaars mee om leuke dingen te doen. Terwijl het voor de buitenwereld dan net lijkt of je geen zin hebt om naar school of werk te gaan. Deze situaties kunnen echt zo gigantisch veel stress opleveren, dat de behandeling van mensen met maanden – zo niet jaren – kan worden vertraagd.
Dat is ook zo’n ongrijpbaar iets, er staat geen tijdsduur voor de behandeling. Bij een gebroken pols mag je ervan uitgaan dat na zes weken de breuk weer hersteld is. Bij een breuk in je bovenkamer valt dat niet te voorspellen. Zelf dacht ik na een maand of zes wel weer normaal mee te draaien in de maatschappij. Intussen zijn we bijna vier jaar verder. De komende perioden zal ik dieper ingaan op het begrip depressie, vooral mijn bevindingen en ervaringen.
Het enige wat ik u voor nu nog wil meegeven: wij zijn als patiënten niet zielig (en meestal ook niet staatsgevaarlijk. Althans, niet meer dan uw buurman die elke zaterdag keurig zijn auto staat te wassen). Het enige wat wij soms willen, is iets van begrip. Begrip, wanneer wij op het laatste moment een afspraak cancelen, begrip wanneer het gewoon even niet zo lekker loopt, begrip op de momenten dat we even niet onszelf zijn.
Dat is alles.